Over de ICER
Het Nederlandse kabinet streeft naar een volledig circulaire economie in 2050 en heeft het PBL verzocht om over de voortgang te rapporteren. Het antwoord hierop is de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER), die eens in de twee jaar verschijnt en in samenwerking met andere kennisinstellingen wordt gemaakt.
De ICER geeft de stand van zaken van de transitie naar een circulaire economie in Nederland weer en bevat handvatten voor beleidsmakers om die transitie te realiseren. De rapportage geeft zicht op trends in het grondstoffengebruik en de milieu- en sociaaleconomische effecten die daaruit volgen. Daarnaast beschrijft het rapport de acties van maatschappelijke partijen en de middelen die zij hiervoor inzetten, alsook de interventies van de overheid ter bevordering van de transitie naar een circulaire economie. Deze rapportage maakt onderdeel uit van de cyclus van het circulaire-economiebeleid in Nederland. Dat betrof in eerste instantie input voor de uitvoeringsprogramma’s circulaire economie en vervolgens voor het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) 2023-2030 en de voorziene actualisaties daarvan.
De ICER is tot stand gekomen in samenwerking met, en met input van, de volgende instellingen: CBS, CPB, Centrum voor Milieuwetenschappen (Universiteit Leiden), RIVM, RVO, RWS, TNO en Copernicus Instituut (Universiteit Utrecht). Al deze instellingen dragen bij aan het meerjarige Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2024, dat gecoördineerd wordt door het PBL. Dit werkprogramma is opgevolgd door het Kennisprogramma Circulaire Economie 2025 – 2030.