Sankey van Nederlandse Materiaalstromen, 2022
Om een circulaire economie te bereiken moeten materialen efficiënter worden ingezet en kringlopen worden gesloten. Momenteel stroomt maar een klein deel van de materialen door kringlopen terug in de economie. Het verlies van materiaal door verbranding en storten is veel groter dan het gebruik van gerecycled materiaal. Verder wordt een groot deel van de materialen die de Nederlandse economie instromen na verwerking weer geëxporteerd.
Materiaalstromen in de Nederlandse economie
Een deel van de materialen die worden ingezet in de Nederlandse economie, worden in Nederland zelf gewonnen, bijvoorbeeld door de landbouw en mijnbouw. In totaal gaat het om 88 miljard kilo. Daarnaast importeert Nederland 415 miljard kilo aan materialen uit het buitenland. Hiervan is 149 miljard kilo wederuitvoer: goederen die vrijwel onbewerkt weer worden uitgevoerd en bestemd zijn voor gebruik of verbruik buiten Nederland. De overige 266 miljard kilo wordt ingezet in de Nederlandse economie. Daarnaast wordt 16 miljard kilo aan afval geïmporteerd dat in Nederland wordt gerecycled.
Van deze materialen wordt uiteindelijk een deel in Nederland gebruikt, dit zijn bijvoorbeeld kort-cyclische producten zoals voeding, of bouwmaterialen voor de infrastructuur die uiteindelijk de voorraden ingaan. Een deel van de materialen wordt ingezet voor energieopwekking, zoals aardgas en kolen. Deze materialen gaan verloren en gaan als CO2-uitstoot het milieu in. Tot slot wordt een groot deel van de materialen, 188 miljard kilo, geëxporteerd voor gebruik in het buitenland.
Sluiten van de Nederlandse materiaalstromen
Slechts een klein deel van het Nederlandse materiaalgebruik komt via gerecycled afval terug in de economie. Dit heeft te maken met het feit dat veel materialen worden verbrand, geëxporteerd, als afval gestort, of deel van de voorraden worden. Materiaal dat in de voorraden zit, blijft in gebruik in de Nederlandse economie. In 2022 was de opbouw van voorraden groter dan het afval dat vrijkomt vanuit de voorraden, bijvoorbeeld afval dat vrijkomt na de sloop van infrastructuur. Het materiaalverlies door verbranding en storten is ook groter dan het gebruik van gerecycled materiaal. Het Sankey-diagram laat verder zien dat een groot deel van de Nederlandse materiaalstromen door import van grondstoffen en goederen het land binnenkomt. Een vrij groot deel daarvan wordt direct of na verwerking geëxporteerd. Het sluiten van kringlopen van materiaalstromen is daarom ook afhankelijk van internationale processen.
Betekenis in de beleidscontext
In het Rijksbrede programma Circulaire Economie heeft Nederland in 2016 het doel gesteld om in 2050 volledig circulair te zijn, met een tussendoel van 50 procent circulariteit in 2030. Dit betekent dat het gebruik van abiotische grondstoffen tegen 2030 met de helft moet worden verminderd. Dit kan worden bereikt als materialen efficiënter worden ingezet, en als primaire grondstoffen door secundaire materialen en biotische grondstoffen worden vervangen.
Het visualiseren van materiaalstromen middels Sankey-diagrammen kan laten zien waar mogelijk kansen liggen. Een groot deel van het verlies bestaat bijvoorbeeld uit biomassa, wat misschien wel hergebruikt kan worden voor toepassingen als mest voor de landbouw. Daarnaast maakt de Sankey duidelijk dat internationale samenwerking nodig is om materiaalkringlopen te sluiten. Om te identificeren welke kansen er liggen voor beleid moet in meer detail naar de stromen gekeken worden. Sankey-diagrammen zijn immers maar een hulpmiddel waarbij materiaalstromen vereenvoudigd worden weergegeven.
Wat vertegenwoordigen Sankey-diagrammen?
Sankey-diagrammen worden gebruikt om materiaalstromen te visualiseren en zijn opgebouwd uit een aantal knooppunten die bepaalde processen voorstellen. De verbindingen tussen deze knooppunten zijn de stromen. De Sankey wordt gebruikt om efficiëntie, verlies en bestemming van stromen te laten zien. Belangrijk is dat de in- en uitstromen op elk knooppunt in balans zijn. De Sankey laat dus zien welk aandeel van een stroom wordt gebruikt en welk aandeel in het proces verloren gaat (bijvoorbeeld door verbranding van energiedragers). De breedte van de pijlen vertegenwoordigt de grootte van stroom.
De verschillende materiaalcategorieën waaruit de materiaalstromen bestaan hebben verschillende kleuren; het gaat hierbij om biomassa, fossiel, metaal en mineraal. Met deze materiaalcategorieën worden de materiaalstroomrekeningen (MFA) gevolgd. Dit betekent dat bijvoorbeeld een auto 100 procent als metaal wordt meegenomen (zie ook Haas et al., 2015).
Bronnen
- Haas, W., Krausmann, F., Wiedenhofer, D., & Heinz, M. (2015). How circular is the global economy?: An assessment of material flows, waste production, and recycling in the European Union and the world in 2005. Journal of Industrial Ecology, 19(5), 765-777.
- Schmidt, M. (2008). The Sankey diagram in energy and material flow management: Part II: Methodology and current applications. Journal of Industrial Ecology, 12(2), 173-185.
- CBS (2023a). Materiaalmonitor 2014, 2016, 2018 en 2020. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2023b). StatLine - Winning, invoer en uitvoer van materialen naar soort; nationale rekeningen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2019a). Materiaalstromen in Nederland Materiaalmonitor 2014-2016. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2019b). Material Flow Monitor 2016 - Technical report. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer gegevens over materiaalstromen zijn te vinden in de database StatLine en het Dossier Milieu en economie van het CBS.
Deze indicator is afkomstig van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO). Voor de volledige indicator en eventueel een actuelere versie kunt u deze indicator in het CLO bezoeken.