Inzet en effect van circulair openbaar aanbesteden, 2015 - 2022
De Nederlandse overheid heeft beleid om bij aanbestedingen het klimaat en het milieu zo min mogelijk te belasten, werkomstandigheden te verbeteren en meer mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. Dit beleid heet Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI). Circulair inkopen is één van de thema’s van MVOI. Het RIVM volgt sinds 2015 elke twee jaar het effect van MVOI. In 2021 en 2022 zijn door MVOI minder broeikasgassen uitgestoten en zijn minder grondstoffen en water verbruikt. Maar de relatieve inzet en het effect vlakken af ten opzichte van eerdere jaren.
Doel en effecten Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI)
Jaarlijks geven Nederlandse overheden samen voor ruim € 85 miljard uit aan producten, werken en diensten, waaronder 10-12 miljard via de Rijksoverheid (Pieters et al., 2025). Door bewust deze inkoopkracht in te zetten, draagt de overheid doelgericht bij aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen waar Nederland voor gesteld staat. Waaronder de ambitie voor de transitie naar een circulaire maatschappij. Uitgangspunt is het effectief en efficiënt inzetten van het MVOI als instrument om een bijdrage te leveren aan de realisatie van maatschappelijke doelen. Het MVOI richt zich daarmee niet op het behalen van de inhoudelijke beleidsdoelen, maar draagt daar indirect aan bij.
Door maatschappelijk verantwoorde producten in te kopen creëert de overheid een marktvraag naar duurzame producten, werken en diensten. Dit geeft een krachtige impuls aan onder andere circulaire marktpartijen. Het midden- en kleinbedrijf speelt hierbij een belangrijke rol als grote werkgever en innovator (IenW, 2021).
Het RIVM heeft inzet van MVOI als sturingsinstrument onderzocht en de mate waarin dat leidt tot positieve milieueffecten. Het onderzoek is gericht op die producten en diensten waarvan de meeste impact wordt verwacht. Het gaat om zes clusters van producten en diensten met in totaal zestien productgroepen (tussen haakjes).
- Automatisering (ICT-hardware);
- Energie (elektriciteit, zonnepanelen, gas);
- Grond-, weg- en waterbouw (wegen, openbare verlichting);
- Kantoorfaciliteiten (bedrijfskleding, catering, schoonmaak, kantoormeubilair);
- Kantoorgebouwen (nieuwbouw, renovatie); en
- Transport (buitenlandse dienstreizen, contractvervoer, transportdiensten, dienstauto’s).
Een betrouwbare vertaling van het effect op de hele inkoop was niet mogelijk omdat er niet naar het volledige scala aan productgroepen is gekeken. Daarom is de aangegeven impact een minimaal effect van MVOI en is de werkelijke bijdrage groter.
Aandeel aanbestedingen met circulariteitscriteria neemt af
Figuur 1 laat voor 2021-2022 zien dat bij openbare overheidsopdrachten relatief minder ingezet is op circulariteitscriteria dan in eerdere jaren (Pieters et al., 2025). Circulariteitscriteria zijn geschiktheidseisen, minimumeisen of gunningscriteria waarbij het de ambitie is om in te kopen met minder grondstoffen dan de marktstandaard. Voorbeelden van inkopen waarmee de vraag naar (fossiele) grondstoffen wordt beperkt zijn criteria voor levensduurverlenging, zero-emissietransport en hergebruikt of gerecycled materiaal.
Een verklaring voor de relatieve afname is dat aanbestedende diensten meldden dat in 2021-2022 bewust lager was ingezet, omdat zij vermoedden dat een tekort aan gekwalificeerd personeel na de coronapandemie de uitvoerbaarheid van de MVOI-criteria mogelijk bemoeilijkte. Om toch voldoende inschrijvingen te ontvangen, hebben aanbestedende diensten hun ambities naar beneden bijgesteld.
Veel potentieel nog niet benut
Het RIVM-onderzoek toont aan dat sommige aanbesteders laten zien dat het mogelijk is om met slim maatschappelijk verantwoord inkopen beleidsdoelen te ondersteunen en tegelijkertijd minder geld uit te geven (Pieters et al., 2025). MVOI is daarom nog steeds een geschikt en relevant instrument om duurzame en circulaire inkoop te stimuleren. De 2021 en 2022 ontwikkeling laat wel zien dat meer inzet van aanbesteders nodig om is om producten langer gebruiken, circulaire producten in te kopen en minder in te kopen. Veel potentieel wordt nu nog niet benut.
Dat er in de toekomst meer milieuwinst mogelijk is door circulair in te kopen en aan te besteden, blijkt ook uit de inschatting van de effecten van maatregelen uit het NPCE. Zo kan het geagendeerde beleid om meer circulair in te kopen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW) leiden tot een vermindering van ongeveer 1,2 megaton broeikasgasemissies in 2030 (Warringa et al. 2024a).
Bronnen
- IenW (2021). Opdrachtgeven met ambitie, inkopen met impact Nationaal plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2021-2025. Den Haag. Nederland. Https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/01/22/bijlage-nationaal-…;
- Pieters, L., Hollander, A., Hartelust, A.K., Garcia Valicente, M., De Bruycker, T., van Bodegraven, M., Dekker, E., de Valk, E. (2025). Inzet en effect van Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen door de Nederlandse overheid in 2021-2022. RIVM-briefrapport 2024-0202. https://doi.org/10.21945/RIVM-2024-0202
- Warringa, G., Bergsma, G., Bouwman, P., Kanters, J., Odenhoven N & Uijttewaal, M. (2024b), Suggesties voor aanvullend circulaire-economiebeleid. Quickscan. Delft: CE Delft publicatienummer 24.230420.008. https://ce.nl/wp-content/uploads/2024/02/Suggesties-voor-aanvullend-circulaire-economiebeleid.pdf