Beleidsinstrumenten en maatregelen in Circulaire Economie-programma’s 2021 en 2023
In het kader van de ICER25 zijn de maatregelen uit twee beleidsprogramma’s over circulaire economie met elkaar vergeleken. Het gaat om het Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2021-2023 (UPCE'21) en het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 (NPCE'23). Er is gekeken naar de soort maatregelen. Ten opzichte van het UPCE staan in het NPCE meer normerende en beprijzende maatregelen. Ook staat in het NPCE'23 meer vastgesteld beleid. Daarnaast is de hoeveelheid maatregelen toegenomen met de komst van het NPCE'23 in 2023. Op basis van de planning zou het gros van de maatregelen uit het NPCE'23 in 2025 afgerond moeten zijn.
Het UPCE’21 en NPCE’23 verschillen op het gebied van tijd, aard, omvang en structuur
Bij de vergelijkende analyse tussen het UPCE’21 en het NPCE’23 heeft Rijkswaterstaat onderscheid gemaakt tussen de maatregelen die in de programma’s genoemd worden en de gerelateerde beleidsinstrumenten. Het UPCE’21 bevat 171 maatregelen en 35 beleidsinstrumenten. Het NPCE’23 bevat 268 maatregelen en 85 beleidsinstrumenten (RWS, 2024). In het UPCE’21 wordt hierbij uitgegaan van productieketens met prioriteit en dwarsdoorsnijdende thema’s (IenW, 2021). In het NPCE’23 wordt onderscheid gemaakt tussen algemene maatregelen, maatregelen per prioritaire productieketen, ondersteunende maatregelen en maatregelen voor de governance en monitoring van de transitie naar een circulaire economie (IenW et al, 2023). Ook maakt Rijkswaterstaat in dit rapport onderscheid in type maatregelen en beleidsinstrumenten, respectievelijk in stimuleren, normeren en beprijzen. Zowel in het NPCE als het UPCE staan maatregelen die buiten deze typering vallen, en ook maatregelen waaraan meer dan één typering is toegekend. Verder heeft Rijkswaterstaat de beleidsinstrumenten uitgesplitst naar beleidsfases; dit zijn respectievelijk beleidsintentie, voorgenomen en vastgesteld beleid.
Verschuiving naar zowel meer normerende als meer beprijzende beleidsinstrumenten
Naast dat het NPCE’23 over het geheel meer beleidsinstrumenten bevat dan het UPCE’21, blijkt het NPCE’23 relatief minder stimulerende beleidsinstrumenten te bevatten. In het UPCE’21 gaat het om 60 procent van de beleidsinstrumenten die de circulaire economie stimuleren, tegenover 53 procent in het NPCE’23. Het NPCE’23 bevat echter relatief meer normerend beleid (33 procent in het NPCE'23 tegenover 25 procent in het UPCE'21). Het aandeel beprijzend beleid in het NPCE’23 is vergelijkbaar met het aandeel in het UPCE’21 en bedraagt ongeveer 14 procent (RWS, 2024).
Afronding van geplande maatregelen loopt achter richting 2030
Om aan te geven of de vorderingen van de maatregelen uit het NPCE’23 op schema liggen, heeft Rijkswaterstaat ook gekeken naar de voortgang van de uitvoering van de maatregelen. Hierbij maakt Rijkswaterstaat onderscheid tussen maatregelen die nog moeten starten, die in uitvoering zijn en die al zijn afgerond. In het eerste kwartaal van 2024 waren 16 procent van de maatregelen afgerond en 73 procent was nog in uitvoering. Van de 44 maatregelen met een geplande einddatum in 2023 waren er 24 maatregelen afgerond in het eerste kwartaal van 2024, waar er 19 nog in uitvoering waren en 1 maatregel nog moest starten. Daarmee was 45 procent van de maatregelen met einddatum 2023 nog niet gereed in het eerste kwartaal van 2024. Een meerderheid van de NPCE’23-maatregelen zou volgens planning eind 2025 uitgevoerd moeten zijn, met uitzondering van een set aan langlopende maatregelen.
Bronnen
- Rijkswaterstaat. (2024). Beleidsanalyse: vergelijking van twee maatregelenpakketten. In Rijkswaterstaat. https://open.rijkswaterstaat.nl/publish/pages/204284/20241216_rapport_beleidsanalyse_vdefinitief.pdf
- IenW (2021). Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2021-2023, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Den Haag. https://open.overheid.nl/repository/ronl-669a180a-7f09-4336-890c-633cf2c3b852/1/pdf/uitvoeringsprogramma-circulaire-economie.pdf
- IenW, EZK, BZK, LNV & BZ (2023). Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030, Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Buitenlandse Zaken, Den Haag. https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/beleidsnotas/2023/02/03/nationaal-programma-circulaire-economie-2023-2030/Nationaal+Programma+Circulaire+Economie+2023-2030.pdf